Op zondag 15 maart 2009 speelden vier schakers uit de Leidse regio tegen schrijver-schaker Tim Krabbé en Hans Böhm. (Jan Plomp uit Lisse, Joost van Kempen uit Leiden en Igor en Jip Damen uit Voorschoten). Dat gebeurde in de trein van Haarlem naar Utrecht in de zondag van de Boekenweek. Een jeugdschaker haalde zelfs het NOS-journaal.

 Sample ImageSample ImageSample ImageSample ImageSample Image

Niet iedereen houdt van snel schaken. Vooral oudere spelers hebben al moeite met rapid-partijen waarbij elke persoon een kwartier bedenktijd heeft. Snelschaakpartijen (5 minuten) zijn voor velen nog lastiger en vluggertjes (2 tot 3 minuten) vinden sommige schakers gewoonweg een gruwel. 

Ik zie dat anders. Ik hou van het spektakel bij snelschaken, van de spanning, van het vereiste snelle inzicht en van de verrassende zetten. Lang leve het vluggeren! Daarom juichte ik toen de Nederlandse Spoorwegen het initiatief namen om op zondag 15 maart, midden in de Boekenweek, een treinrit met snelschaakpartijen te organiseren van Haarlem naar Utrecht.

 

Daarbij presenteerde de NS niet alleen een nieuw treinstel, de Sprinter aan het publiek. De vernieuwde Sprinter kost ongeveer 6 miljoen Euro per stuk en is door NS gekocht bij Siemens en Bombardier Transportation. De Duitsers kunnen treinen bouwen: deze trein heeft een lage instap (en geen toilet). In de nieuwe trein speelde de schrijver van het boekenweekgeschenk van dit jaar, Tim Krabbé sprintertjes (vluggertjes) tijdens een zondagochtendrit van Haarlem naar Utrecht tegen een stuk of twintig schakers uit het hele land. Krabbé deed dat niet alleen, maar samen met internationaal schaakmeester en bekende Nederlander Hans Böhm. De gelukkige schakers hadden zich opgegeven met een bon uit het blad Spoor. Zeventien schakers uit het hele land werden blij gemaakt. Ze kwamen overal vandaan: van Castricum tot Eindhoven, van Hillegom tot Geleen en van Den Haag tot Drunen. Het waren uiteraard allemaal mannen –met onder hen twee jongens van 11 en 15 jaar. Opvallend was het hoge aantal schakers uit de Leidse regio: een uit Lisse, een uit Leiden en twee uit Voorschoten.

 

De rating van de zeventien uitdagers varieerde van 1401 tot 2365. De twee hoogste ratinghouders waren Erik van Esterik uit Maarssen (2010) en Menno Okkes uit Utrecht (2365). De spelers speelden onderlinge partijen, maar natuurlijk ging de belangstelling vooral uit naar de partijen tegen Krabbé en Böhm. Hans Böhm speelde acht partijen en moest twee remises toestaan: tegen Van Esterik en tegen Jasper Krenning.

 

Tim Krabbé won al zijn partijen, maar hij had het geluk dat één van de tegenstanders in zijn poule, de topspeler Menno Okkes, als NS-medewerker zeer beleefd alle niet-NS-ers voor liet gaan. Toen de trein eenmaal in Utrecht arriveerde, had hij zelf als sterkste schaker onder de uitdagers dus helaas niet tegen Krabbé geschaakt. Het NOS-journaal wijdde dezelfde dag nog een item aan de schaakpartijen in de trein, waarbij Krabbé in actie kwam tegen de Voorschotense jeugdschaker Igor Damen. (NOS Journaal 20.00 uur: http://tinyurl.com/2v4jeqo)

 

Eenmaal in Utrecht aangekomen was te zien dat schaken als kijkspel ook de moeite waard kan zijn. Een paar honderd mensen keken in de stationshal van Utrecht CS naar een levend schaakspel, gedirigeerd door Tim Krabbé in een wit pak tegen Hans Böhm die zich in het zwart had gestoken. De 32 stukken werden gespeeld door de dansgroep MusiCompany uit Bergen op Zoom, met in hun midden onder andere Giannini uit de tv-serie So you think you can dance. De zorgvuldige choreografie was bedacht door Myrna van Gils en Esmé Lammers, kleindochter van Max Euwe en bekend van de film Lang leve de koningin.

 

Was de partij tussen Tim Krabbé en Hans Böhm de moeite waard? Dat was-ie zeker, al was het een toneelstukje. Het was zelfs in meer dan één opzicht een theaterstuk, want de partij werd niet ter plekke verzonnen, maar het was een oudere, deels gecomponeerde partij. Presentator Wilfried de Jong (ook al bekend van tv: Holland Sport) voorspelde niet alleen een overwinning van Feyenoord op PSV, maar wist ineens ook opvallend veel van schaken. Had hij zich goed voorbereid? Of was hem ingefluisterd dat hier een partij uit december 1957 werd vertoond? Na zet 13 kwam noemde De Jong zelfs de Russische grootmeester Joeri Averbach (geboren in 1922!). Een toneelstukje? Het was in ieder geval niet vreemd dat Hans Böhm, die meestal Frans, Aljechin, Pirc of Scandinavisch speelt, nu een Siciliaan op het bord toverde. Wie herkent deze partij, met op zet 10 een volgens De Jong “ popelende loper”? (JD)

 
  1. e4        c5
  2. Pf3      d6
  3. d4       cxd4
  4. Pf3xd4 Pg8-f6
  5. Pb1-c3 g6
  6. f4        Pc6
  7. Pd4xPc6 b7xc6
  8. e5        Pd7
  9. Df3     Lg7
  10. Lb5     d6xe5
  11. Lxc6   Tb8
  12. Lc1-e3            Txb2
  13. 0-0-0   e4
  14. Dxe4   Lxc3
  15. Lxd7   Lc8xd7
  16. Txd7   Dxd7
  17. Da8+   Tb8
  18. Dxb8+ Dd8
  19. Dxd8+ Kxd8
  20. Lxa7   Kd8-c7
  21. La7-c5            Ta8
  22. a3        Kc6
  23. Lxe7   Ta7
  24. Lf8      Ta8
  25. Le7     Ta7   remise